Met de warme zomers en de hoge isolatiewaarden is de vraag naar koeling tegenwoordig steeds belangrijker. Zonwering kan er in belangrijke mate aan bijdragen dat de warmte buiten blijft. Maar hoe integreer je dit in de architectuur? Om deze vraag te beantwoorden behandelen we op deze pagina welke typen zonwering er bestaan en hoe ze op een doeltreffende maar ook fraaie manier kunnen worden toegepast.
Binnenzonwering, buitenzonwering en architectuur
Over het algemeen is de regel bij zonwering: zorg dat je de warmte weert voordat het binnen kan komen. Zonwering aan de buitenkant van de woning heeft de voorkeur. Verduisterende raambekleding, zoals plissé gordijnen, wordt wel aangeboden met een reflecterende zonwerende laag. De stralingswarmte is echter al via het glas binnengekomen en kan maar deels weer naar buiten worden gereflecteerd. Soms zijn de omstandigheden zodanig dat alleen een bepaald type zonwering kan worden toegepast. In het duurzame strandhuis in Egmond aan Zee konden we bijvoorbeeld geen screens aan de buitenzijde toepassen omdat het kunststof screendoek niet bestand is tegen het zand en de zoute zeelucht. Hier was binnenzonwering met een reflecterende buitenzijde de beste oplossing.
Wat is het verschil tussen actieve of passieve zonwering?
Omdat we tegenwoordig heel goed isoleren, geldt over het algemeen de volgende regel: zorg voor zonwering als je veel glas toepast aan de zonzijde. Hiermee voorkom je oververhitting in de zomer.
Vanuit de regelgeving is het nadenken over hoge binnentemperaturen bij nieuwbouw inmiddels verplichte kost. Begin 2021 zijn de BENG-regels (Bijna Energie Neutraal gebouw) ingegaan met eisen voor temperatuuroverschrijding in juli (TO-juli).
Het verschil tussen actieve of passieve zonwering is dat je het wel of niet kan sturen. Dakoverstekken is onderdeel van de architectuur zijn effectief. Ze dragen bij aan het wooncomfort (droog buiten zitten, minder onderhoud aan de gevels) maar zijn niet stuurbaar. Hierdoor komt er op sommige momenten te veel en soms te weinig warmte binnen. Actieve zonwering is niet statisch, hiermee kun je op elk moment reageren op de inkomende hoeveelheid zoninstraling.
Vormen van passieve zonwering
Overstekken, inhammen, diep liggende kozijnopeningen, raamkaders of vaste raamlamellen zijn voorbeelden van bouwkundige zonwerende voorzieningen die onderdeel zijn van de architectonische verschijningsvorm. Ook met begroeiing kun je zeer effectief de zon weren, bijvoorbeeld door het planten van leibomen of een begroeide luifel. Leilinden laten hun grote bladeren al vrij vroeg in het najaar vallen waardoor zon in de koudere seizoenen toch het huis in kan komen. Leibeuken houden hun blad langer vast en weren de zon een groter deel van het jaar.
De grote overstekken bij de zongerichte schuurwoning in De Wijk en de circulaire villa in Ter Aar is een voorbeeld van passieve zonwering.
Vormen van actieve zonwering
Voorbeelden van actieve zonwering zijn neerlaatbare lamellenzonwering, markiezen of uitvalschermen, gevelluiken of neerlaatbare screens. Markiezen of uitvalschermen zijn erg beeldbepalend en laten zich niet zomaar integreren in een eigentijds gevelbeeld.
Wat is de levensduur van zonwerende screens?
Zonwerende screens zijn een stuk kwetsbaarder dan bijvoorbeeld lamellen. Het doek gaat in normale omstandigheden zo’n tien tot twintig jaar mee en moet dan vervangen worden, zorg dus altijd dat dit mogelijk is, ook al wordt de kast ingebouwd.
Hoeveel zon kun je weren met screens?
De zonwerendheid van screens is afhankelijk van het type doek. Een veel toegepast product is Tibelly Doek. Het Tibelly Ecole 1% doek bijvoorbeeld weert 84% van het direct inkomende zonlicht, de warmtewering is vergelijkbaar. N.B. doeken die meer warmte weren zijn over het algemeen ook minder licht- en zichtdoorlatend, wat effect heeft op de binnenruimte.